
Een maximaal beschikbare premie van 30% van de grondslag voor het oudedagspensioen, en een nabestaandenpensioen op risicobasis in de opbouwfase van maximaal 50% van het salaris.
Heel duidelijk voor het risico op korte termijn en ook duidelijk wat kosten betreft .
De uiteindelijke pensioenuitkering is nu voor iedereen onzeker, maar met een investering van 30% en de veranderde eisen aan dekkingsgraden hoeft dit zeker geen verslechtering te zijn.
Graag wil ik de fiscale ruimte vergelijken met de ruimte die lijfrente/banksparen krijgt.
Een maximale ruimte van 13,3% van de grondslag. Deze producten van de vrije markt voornamelijk bestemd voor mensen die geen gebruik van pensioenfaciliteiten kunnen maken ( vaak zelfstandig ondernemers) kenden al geen leeftijdsdiscriminatie. Het percentage van 13, 3% is nu het laagste in een reeks van jaren in de race naar beneden met de fiscale facilitering. Ook deze producten hebben te maken met een lage werkelijke rente in de garantiesfeer. Het zou de bewindvoerder sieren om ook deze producten te wegen tegen de lage marktrente en de ruimte te bieden om een hoger bedrag te reserveren voor de oudedagsvoorziening.